Cookie beleid Sailhorse Sailing Club

De website van Sailhorse Sailing Club is in technisch beheer van VerenigingAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

De Rolfok

24 februari 2024 18:30

HvD

De Rolfok blijft ons bezighouden

                                       0.JPG

De Rolfok blijft ons bezighouden

Met de rolfok test uit 2007

Door: Henk van Dijk

 Ik krijg nog wel eens vragen over de rolfok en er komen ook regelmatig bijzondere varianten van de rolfok voorbij. Vooral met die varianten op beeld voor me, krab ik nog wel eens op mijn hoofd. “Hoe verzin je het?” Ik benader dat respectvol en toch, hoe dan?

 Om het verhaal niet te lang te maken ga ik niet in op al die bijzondere uitvindingen. In veel gevallen zijn ze te groot, te zwaar en houden ze het maar één of twee seizoenen uit. In net zoveel gevallen is het te licht gemaakt en werkt het niet.

Mijn advies is dan ook om er een ‘nobrainer’ van te maken. Hoe leuk ook om te bedenken, hoe leuk ook om te doen, hoe goedkoop ook om aan te schaffen, je moet er niet meer over nadenken en een oud advies volgen. Ik presenteer opnieuw, uit de HorseVoer 2007-1 “De rolfokinstallatie op de Sailhorse”, destijds getest door Anno van de Heide.

Lees het rustig door. Na dit artikel sluit ik dit Horsevoerbericht nog af met…

 Onder-of bovendeks?

Bij open boten zoals Spanker, Randmeer, Pampus en Valk wordt het rolfoksysteem meestal onderdeks gemonteerd. Bij de Sailhorse is dit helaas niet mogelijk vanwege gebrek aan ruimte in de steven. Het aangrijpingspunt van de genua zit te dicht bij de steven. De maat van achterkant spiegel tot aangrijpingspunt genua is een vast gegeven, waar niet vanaf geweken mag worden volgens de klassenvoorschriften. Dus blijft plaatsing bovendeks over.

Principe bediening

In principe zijn er twee mogelijkheden.

1.     Een systeem waarbij door het aantrekken van een enkele lijn, de genua oprolt. Bij het aantrekken van de genuaschoot rolt de genua uit en de lijn rolt zich op een trommel, die zich tussen voordek en de halshoek van de genua bevindt. De trommel draait of linksom of rechtsom.

2.     Een systeem waarbij een oneindige lijn wordt gebruikt. Men trekt aan een lijn, waarvan begin en eind aan elkaar zijn bevestigd, de genua rolt op. Als de genuaschoot aangetrokken wordt, rolt de genua uit. De lijn loopt dan niet mee. De genua kan zowel linksom of rechtsom draaien.

Cruciaal is de afstand tussen het aangrijpingspunt van de genua op de steven en de schijf boven in de mast waar de genuaval overheen loopt. Hier komt immers zowel de trommel (beneden}, de genua, als een wartel (boven) tussen. Past dit niet, dan moet of de mast meer achterover gevaren worden, of het voorlijk van de genua ingekort worden.

Voor beide systemen geldt dat de genua bij de halshoek hoger boven het dek komt te staan. Voor de Sailhorse is gekozen voor systeem 1 omdat dit de minste ruimte vraagt. Bovendien wordt systeem 2 vrijwel alleen onderdeks toegepast.

Het beproefde systeem

Elk rolfoksysteem bestaat uit een trommel en een wartel. De trommel is het mechanisme waarmee de rolfok bediend wordt. De wartel boven tussen genua en val voorkomt dat de val mee gaat draaien tijdens het op- en afrollen van de fok/genua. Gebleken is dat de trommel het essentiële onderdeel is voor een probleemloze werking. Er zijn meerdere trommels getest.

Belangrijk blijkt dat een gelagerde uitvoering van trommel en wartel een must is. Uiteindelijk zijn er twee merken overgebleven, Barton en Harken.

1.     Barton

Barton (foto 1) heeft twee uitvoeringen, de medium met een drumdiameter van 75 mm en de large met een drumdiameter van 95 mm. De medium is groot genoeg om de lijn op te rollen. Allebei hebben ze een niet gesloten trommel.

2.     Harken

Harken (foto 2) heeft ook twee uitvoeringen. Uiterlijk zijn ze gelijk, maar de high load furler (nr. 435) kan 2x zoveel kracht verduren dan de furler (nr. 434).

De High load furler van Harken komt als beste (degelijk) naar voren. Bovendien is die van Harken een half gesloten trommel, waardoor de lijn er niet kan afrollen.

Afbeelding3.jpg

Om de trommel dicht op het stevenbeslag te kunnen monteren, is deze boven schuin afgeslepen. Op foto 5 (met trommel van Barton) en schets 4 hieronder, wordt dit getoond.

Afbeelding4.jpg

Afbeelding1.jpg

Afbeelding2.jpg

 

Bij beide merken trommels is de maat hart op hart tussen de bevestigingspunten 64 mm. Bij de wartel is dit ook 64 mm, totaal dus 128 mm die je tussen dek en mast extra moet zien kwijt te raken.

De trommel (foto 3) heeft een bevestiging op het stevenbeslag met een gaffel. De meeste Sailhorses zijn uitgevoerd met een stevenbeslag in een u-vorm, de trommel wordt bevestigd op een van de opstaande wangen. Je kunt ook een verbindingsstrip toepassen tussen trommel en stevenbeslag, maar dan verbruik je meer ruimte.

Afbeelding5.jpg

Afbeelding6.jpg

Een rigoureuzere aanpassing van het stevenbeslag wordt getoond op schets 6 en foto 7.

 

De afstand tussen trommel en voorstag is hierdoor nog groter gemaakt.

 

Afbeelding7.png

Voor de lijn van de trommel is een diameter van 4 mm genomen met een lengte van 9 meter. Deze lijn (B} kun je via een enkelschijfs dekdoorvoerblok (C) (zie ook foto 7) in het voordek laten gaan naar een klem (F), bijvoorbeeld op de maststeun onderdeks. De afstand van hart dekdoorvoerblok tot het aangrijpingspunt van de trommel is ongeveer 15 cm. In de steven wordt met een lijntje (E} en een blokje (D) de lijn (B) vrij van de onderkant van het dek gehouden. Dit om schavielen tegen te gaan.

Afbeelding8.jpg

lnkorten staaldraad voorlijk genua.

In de meeste genua's zit in het voorlijk een (te) lange staaldraad en is de tophoek met een band aan de staaldraadkous bevestigd. In de halshoek zit dan een lijntje om

het voorlijk op spanning te brengen. Bij een "normale" spanning houd je dan ± 5 cm staaldraad over. ls dit bij jouw genua ook zo, laat dan door een zeilmaker de volgende aanpassingen uitvoeren:

·      Bevestig de halshoek met een band aan de onderste staaldraadkous (zie ook foto 5).

·      Verwijder in de tophoek de band en laat daar een oog in het zeil aanbrengen. Het voorlijk wordt boven bij de tophoek op spanning gezet met een lijn (zie ook foto 10).

·      Kort de staaldraad in het voorlijk van de genua in met 5 cm. Een vuistregel is, dat als men de kous met loodje kort afgeknipt, de staaldraad 5 cm korter wordt.

Welke problemen kun je tegenkomen?

1.     De voorstag wordt op het stevenbeslag bevestigd. Bij het op spanning brengen van de genuaval, komt de voorstag los te hangen langs het voorlijk van de genua. Bij het oprollen van de genua kan de voorstag mee worden opgerold en het systeem komt vast te zitten.

2.     De genua is in de tophoek meerdere centimeters breed. Door de geringe afstand tussen voorlijk genua en voorstag kan bij het oprollen ook hier de voorstag mee worden opgerold en het systeem komt vast te zitten.

3.     Bij een gestreken spinnaker hangt de val langs het voorlijk van de genua. De val van de spinnaker kan mee worden opgerold.

Deze problemen kunnen worden opgelost door de afstand tussen voorstag en genua te maximaliseren. Dat betekent op de steven de voorstag zover mogelijk van het aangrijpingspunt van de genua plaatsen. Op de wartel boven de tophoek van de genua kan een schijf (van bijvoorbeeld perspex) worden geplaatst, die zowel de voorstag als de spinnakerval op afstand houdt (zie foto 9). 

   Afbeelding10.pngAfbeelding9.jpg

Het zeil wordt met een toggle bevestigd aan de wartel (zie foto 10), een snelle methode en door een lijntje tussen toggle en zeil kan deze toggle niet verloren gaan.

Probleem 1 is beter te ondervangen als je het voorstag, na het op spanning zetten van de genuaval, nog een stukje kunt aanhalen. In schets 11 is dit weergegeven. Een lijn van Vectran (A), bevestigd aan de voorstag­ spanner (8), gaat via een blokje (C) aan de voorstag, door het stevenbeslag onderdeks. Voor de mast steun kun je een klamp of klem op de vloer bevestigen, waarop je de lijn bevestigd. Doe dit met bouten, je kunt namelijk via de inspectieluiken daar goed bij. De voor­ stagspanner (8) met zogenaamd spinnakerbalkon (het uitstekende deel naar voren) heeft een nuttige werking, namelijk  het voorkomen dat de spinnakerschoot bij het strijken van de spinnaker onder de boot terecht komt (zie ook foto5). Een bijkomend voordeel is dat de mast door de ontstane talie gemakkelijker is te strijken en te zetten. De voorstag is ± 30 cm ingekort. Op sommige boten zit dit reeds.

Afbeelding11.jpg  

  Afbeelding12.jpg                       Afbeelding13.jpg

De meeste Sailhorses hebben voor het beter hijsen van de spinnaker een gewichtje met lijntje tussen voorstag  en  spinnakerval.  "

Hiermee wordt voorkomen dat de spinnaker tussen genua en verstaging vast kan gaan zitten. Door het lijntje met gewichtje te monteren wordt bij het hijsen, de spinnaker dan eerst naar het voorstag geleid.

Bij de rolfok kan een probleem ontstaan als het gewichtje in het lijntje is opgenomen. Soms hangt het gewichtje dan in de genua en bij het oprollen rolt dit mee in de genua, dit is niet goed. Beter is het om het gewichtje om het voorstag te laten lopen. Als voorbeeld wordt in foto 12 en schets 13 zo'n gewichtje getoond. Dit "gewicht" is gedraaid van roestvast staal. Je begrijpt dat bij het strijken van de spinnaker het gewicht met een vaart naar beneden kan komen. Als "schokdemper" kun je een kunststof kraal onder op het voorstag bevestigen (zie foto 5).

Tot slot

De conclusie is dat voor de Sailhorse een goedwerkend systeem is te monteren. Vereiste is wel dat trommel en wartel rvs-gelagerd moeten zijn. Voor de hobbyisten onder ons is er voldoende ruimte om te experimenteren.

Leuk is te weten dat dit systeem net zo goed voor de genua als de fok werkt. Dus bij veel wind de fok gewoon in het systeem hangen.

Even de voordelen van de rolfok op een rij gezet:

  •       mogelijk om hoger aan de wind te kunnen varen onder spinnaker;
  •       oprollen genua, ook op voordewindse koersen, resulteert in (wat) rustiger spinakeren;
  •       verbeteren van zicht voor de start, tijdens spinakeren en in onoverzichtelijke situaties;
  •       het is eenvoudiger te gijpen onder spinnaker (geen genua om over te zetten);
  •       bij het aanmeren zit de genua niet in de weg;
  •       de genua heeft een langere levensduur.

Enkele tips zodat je zeil langer mee gaat:

  • De trommels kunnen Linksom en rechtsom draaien. Wissel dit af en toe, de coating van de genua gaat dan minder snel stuk.
  • De rolfok is geen rolreeffok, dus niet gebruiken als stormfok.
  • Berg een fok/genua niet op in opgerolde toestand, ook dit is slecht voor de coating.

Afsluitend

Zo zag de test van Anno er in 2007 uit. Nu, bijna 17 jaar later, is er technisch niet veel veranderd. Er zijn geen betere systemen gekomen dan Barton en Harken. Wel is het na langdurig gebruik van deze twee merken, echt duidelijk geworden dat Harken echt het meest duurzaam is.

Na verschijning van dit artikel werd het gebruik en de wijze van monteren volgens de methode Anno door de wedstrijdzeilers gevolgd. Dat was ook nodig, want de ontwikkelingen in de wedstrijdzeilerij vereisten nog meer spanning van voorheen en uiteindelijk kon alleen Harken dat meerjarig verdragen.

De wedstrijdmasten werden steeds verder achterover gezet om beter hoogte-snelheid te kunnen varen en dat was welkom; immers er was ruimte nodig in het voorstag vanwege het nieuwe fenomeen, de rolfok.

De meeste afwijkende constructies zien we in de recreatievloot. Ik wil juist hier een lans breken voor de montage van een Harken rolfoksysteem. Ja het is kostbaar, ja het geeft je veel zeilplezier en ja het biedt je veel veiligheid. Dat is omdat dit systeem het altijd doet en dat maakt het de investering echt waard.

 Heb je vragen hierover? Mail! [email protected]

Bron: HvD
Delen

Lees meer over:
#Onderhoud #Sailhorse

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!