Cookie beleid Sailhorse Sailing Club

De website van Sailhorse Sailing Club is in technisch beheer van VerenigingAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Waddentocht 2023

21 oktober 2023 20:45

HT

--

    0.JPG

Waddentocht naar Greetsiel in 2023

The Last Waltz van Ton Bouchier

Door: Hein Tunnissen

 Altijd al in een waterbed willen slapen? Probeer eens een Sailhorse! Het wiebelt lekker, zonder het risico dat je eruit dondert omdat je partner zich omdraait. Het is overigens wel wat, driekwart van een etmaal op zo'n bootje. Léon en ik vormden een stel apart, want we deden dingen die andere teams in ieder geval wat minder deden. Zoals de hele dag als een stelletje vriendinnen over van alles en nog wat kletsen. Bootje afgemeerd? Passagieren, terrasje en weer lekker verder ouwehoeren! Alsof we elkaar die dag voor het eerst zagen! En 's avonds natuurlijk! Bedje opmaken en nee, dan niet! Léon, zeeman in ruste, snurkt meestal al voordat hij zijn tweede been binnenboord heeft getrokken!

Waar gaat dit eigenlijk over? The Last Waltz! De laatste grote Waddentoertocht onder leiding van Ton Bouchier. Waarschijnlijk één van de mooiste ooit gemaakt. Een kleine groep, maar wat een leuke club. Het begon al meteen in de buitenhaven van Termunterzijl. Sailhorses mooi met de steven naar de steiger afgemeerd en dektentjes voor de nacht opgespannen. Het was weer droog na een regenbuitje zodat Rolf Deen direct wist dat de zijne ondanks een paar spuitbussen ‘NoRain’ nog een onderzetemmertje nodig had. Niet getreurd, de bemanningen stonden voltallig op de steiger en het niveau van de fles Jägermeister zakte net zo gestaag als het water in de haven. Gezellie!

31_6_Meuk_op_de_steiger.jpg 31_5_Sailhorse_met_lattentent.jpg

Aan de overzijde van de haven lag nog een prachtige Sailhorse, de beroemde Blue Pearl die in de box van een enorme catamaran was gekropen. Dat schip is dermate breed dat de havenautoriteiten de mening waren toegedaan dat de eigenaar dus maar twee boxen moet huren. Dat was dan weer net een tikkeltje te veel, zodat de snelle Sailhorse van Léon en mij daar nog precies bijpaste. Uit tactische overwegingen ook een extreem goede keus want het was a) dicht bij het Havenrestaurant en b) maximaal dicht bij toiletten en douches. Daar kwam nog bij dat de eigenaar van de catamaran, Wouter Hoek, ons nieuwe supersonische roerblad (carbon) had gemaakt en dus konden wij ons, als goede klant, wel wat permitteren, zo vonden wij.

Roerige dagen

Dit alles speelde zich goeddeels af op zondagavond. Enkele roerige dagen hadden wij al achter de rug. In eerste instantie zouden we op zaterdag rond 15.00 uur naar buiten schutten, naar de buitenhaven dus, maar dat werd 12.15 uur. En dat was eigenlijk meteen één groot rampenplan! Onze Zweedse Noorman Wilhelm Kolkman diende dan uiterlijk om zes uur ‘s ochtends uit Gouda te vertrekken om lekker doortrappend, rond half twaalf voor de sluis te liggen. Opgeteld had eigenlijk iedereen behalve de Blue Pearl uit Midwolda en de Magic Horse uit Garmerwolde dikke problemen met die starttijd. Na flink wat appverkeer en instant gemopper, zag de reisleider kans het programma naar een betere variant te toveren, waarbij bedacht moet worden dat het getij in hoge mate bepaalt wat er gebeurt. Aldus werd zaterdag zondag, schutten rond half drie. Iedereen opgelucht, donderwolken dreven voorbij.

31_4_in_de_sluis.jpg

 

De Blue Pearl ondertussen, lag zaterdagochtend al in de binnenhaven te dobberen. En na telefonisch contact met de sluismeester twintig minuten later in de sluiskolk. Zoetjes dreven wij even later de jachthaven van Termunterzijl voor zeegaande jachten in en vonden aldus een plekje naast een catamaran waarvan wij beiden onmiddellijk dachten "Sodeknetter, wat is dit voor een helse schuit?” Geen naam, geen registratie, het zeil flink op de giek gepropt en vastgezet met een koeientouw. Het geheel deed meteen denken aan die vliegende tornado in de film Waterworld uit 1995 met een ongelooflijke chagrijnige Kevin Costner, die dat natuurlijk wel speelde. De volgende dag zou blijken dat Wouter zeer behoorlijk op Costner lijkt, maar vooral, dat chagrijn als systemische karaktertrek niet kende. Humor op twee benen, die man!

Poppenhuisje

Omdat wij geen zin hadden moederziel alleen in die doodstille haven ter kooi te gaan, huurden wij op het haventerrein een klein poppenhuisje dat de weidse benaming B&B ‘Zeezicht’ droeg. Van de zee natuurlijk geen ruk te zien en daarom liepen de twee oude mannetjes als stramme schapen tegen de dijk op en inderdaad: eb! Wij sloten ons poppenhuisje af, stapten in de Audi en zoefden naar Groningen Seaports om met eigen ogen naar die onfortuinlijke brandbak Fremantle Highway te gaan kijken. Gek genoeg werd het meteen druk toen wij daar dat geblakerde gevaarte in ogenschouw namen en, nog gekker, iedereen zo nodig rond onze auto moest gaan staan. Er stond zelfs een man aan zijn nageslacht apenkoppen uit te delen! ‘Zoef!', deed het raampje en Léon stak zijn hand uit. Gezellig kauwend reden wij verder. Omdat ik vroeger de nodige reportages over de zeehaven had gemaakt, wist ik dat er ergens tussen die USA-windmolens nog een leuke Hollandse molen moest staan. En dat er in het café van Noordpolderzijl in de vitrine een gebruikt kopje koffie staat, dat werd leeggedronken door Bob Dylan. Hierdoor waren wij meteen weer in de ban van culturele vrijetijdsbesteding en omdat Noordpolderzijl zelfs met de Audi nog minstens een half uur gaans was, wendden wij de steven om na wat slingers in Bierum te verzeilen. Bierum! God was met ons en we waren meteen weer bij de les. Het lokale café lag echter in het naastgelegen Spijk, maar ook daar cultuur in overvloed. De kerk bijvoorbeeld staat op een eiland midden in het dorp en daaromheen een klinkerweg. Terwijl wij buiten een volslagen onbekend Belgisch Bierum wegklokten, stopte er een echtpaar op de fiets op zoek naar zijn roots. In dit dorp, hoe schattig! Hij vertelde dat zijn vader ooit een brommer kreeg, maar niet wist hoe hij die moest stoppen. Daarom reed hij net zo lang rond de kerk totdat de benzine op was. Hoe ze in de Randstad toch kunnen denken dat Groningers stomme boeren zijn? Rondje om de kerk, avant la lettre!

Uit het voorgaande blijkt wel dat de Waddentochten van Ton uiterst leerzame excursies zijn, zodat je na een paar dagen al het idee hebt weken weg te zijn geweest. En dan moest het varen nog beginnen. Terug in Termunterzijl besloten wij wat te eten in het Havenrestaurant om ons daarna terug te trekken op de veranda van ons poppenhuisje. Vroeg naar bed, want ‘s nachts zouden er juist boven de donkerste plek van Groningen duizenden sterren naar beneden flikkeren waarbij die ster van Bethlehem maar kinderspul was! Léon stapte in bed en inderdaad voordat been twee horizontaal was getrokken, sliep hij al. Omdat ik wakker kan worden met een tijd in mijn kop, werd ik om 02.25 uur wakker en dacht meteen 'Verhip!’ Buiten gekomen moest ik even bepalen waar Mekka lag en warempel zowat aan het einde van Nederland, zag ik de sterren langs het zwerk gieren. Na een halve minuut hield ik het wel voor gezien.

Nadat Léon in ons poppenhuisje voor ‘t ontbijt een hele zwik eieren had gebakken, kwamen de andere deelnemers binnendruppelen.  Terwijl zij met de auto's van de toeristen vochten om achterwaarts van de helling te rijden, gingen wij – alles voor elkaar, gecheckt en weloverwogen verdeeld over de boot - naar gemaal Cremer, een museum dat alleen op zondag open is. Het ruikt er naar olie, diesel en gepoetst koper. Grote namen van onze machinebouwers en een ontroerend bewijs van de Nederlandse koppigheid om de strijd met het water koste wat het kost te winnen. Eenmaal buitengekomen, zagen wij dat de laatkomers ook min of meer zover waren. Breed grijnzend liep Ton rond, handen schuddend en ons manend dat wij in het Havenrestaurant werden verwacht voor oorlam, palaver en admiraalsdiner. En nadat Caroline haar tentje had opgezet en iedereen een eerste slok had genomen op een voorspoedige reis en een behouden terugkomst, begon het palaver. Er is veel gezegd toen, met kaarten gewapperd, gediscussieerd over de verschillende schalen van de kaarten en tot in den treure ons mantra geoefend: Veiligheid, veiligheid, veiligheid! En daar kregen de meesten van ons verschrikkelijke dorst van.  Ik verwijs nog maar even naar dat tafereeltje op de steiger nadien met die kleine glaasjes.

Kwart over vijf

Verstandig als wij waren, dronken we aan de andere zijde van de jachthaven wat minder en gingen wat eerder ter kooi. Kwart over vijf, zei Léon nog voordat hij de luiken dichtgooide.

31_3_Drogen.jpg

Huh? Is dat niet erg vroeg als we om 7.00 vertrekken? Ach wat, beter op tijd dan te laat. Inderdaad, waren wij als eerste op de steiger en aan gene zijde werd nog hartstochtelijk geronkt. Het was super laagwater en de Blue Pearl lag vooral snaar strak afgemeerd aan het oranje 230V-snoer dat al ooit door een heggenschaar was gebeten. Oei, net goed afgelopen! Vrolijk zetten wij op de steiger een potje koffie en tegen de tijd dat wij alles alweer zeevast gestuwd hadden, werden de Jägermeisters ook wakker.  Wij startten echter de motor, gooiden los en zagen een extra landvast aan stuurboord over het hoofd. Zitten wij vast in deze vermaledijde haven? Het was toen dat wij Wouter voor het eerst hoorden lachen, zoals maar weinig mensen gegeven is. Schaamrood op de kaken, maar toch als eersten volgens afspraak de haven uit. Poeh, poeh, net goed afgelopen!

 

Toen we de strekdam eenmaal achter ons hadden gelaten, gingen de zeilen omhoog en niet lang daarna brak er een lekker zonnetje door. Op naar Greetsiel. Wat nu te zeggen? Iedereen die ooit het plan heeft opgevat om met zo'n tocht mee te doen, maar daar later toch vanaf zag, heeft daarmee de grootste stommiteit van zijn leven vormgegeven. De lucht is adembenemend, het water lief en dreigend tegelijkertijd, de stroming een natuurfenomeen dat iedere seconde voelbaar is. Ook je boot gedraagt zich meteen anders. Dit is niet een simpel potje wedstrijdzeilen vlakbij de kant, dit gaat om de wilskracht van Abel Tasman richting het verloren continent, de veroordeelden onder Columbus naar het einde van de wereld en de bevroren vissen van Willem Barentsz dichtbij de stilstand van het magnetisch kompas.  Hoezee! Er werd wat geëxperimenteerd met zeilen en in onze nabijheid immer weer de oranje Rib om ons te redden. We haalden deze tocht het wantij op onze slofjes.

Sterker nog, we schoten goed op. Met Greetsiel in zicht zagen wij warempel nog een stokoude Seahorse varen, met nota bene een flink rif in het grote laken met een zeer gedateerd logo! Wij werden gepraaid en kwamen gemakkelijk langszij. De schipper lag min of meer languit over het gangboord en gunde ons daarmee een riante blik op zijn masterpiece, een gebogen gelakte hardhouten overloop met lichtmetalen rail, net achter de beide winches op de gangboorden. Prachtig gemaakt en wij haalden snel onze schoten aan en stoven er vandoor. Wel heb je ooit! Over dat rif riep de schipper nog: “Je kunt hier nooit weten! Het weer kan hier zo omslaan!”

Hadden wij bij Termunterzijl al te maken gehad met een bijzonder gemene strekdam van knoertharde basaltblokken die gewoon stilletjes liggen te wachten om een zich vergissende Sailhorse op de hoorns te nemen en te vermorzelen, bij Greetsiel was het nog veel erger. Over een afstand van enkele mijlen wilgenstaken in de blubbergrond met naar boven wijzende takken. Die moesten we aan bakboord houden. Léon had het er niks op. Doorvaren, achterlijker dan dwars! En daar had hij wel gelijk in want de stroom was een stuk sterker en verraderlijker dan bij de kop van Pannerden, als je het Pannerdens Kanaal op wilt draaien.  Hele schuit werd voortdurend dwars weggezet. Ons mantra kwam weer goed van pas. Wij stuurden met ons carbonroertje flink om de kale bomen heen, achternagezeten door Wilhelm, die een strakke gezichtsuitdrukking had van ‘Ik ben niet bang!’, maar waarom voer hij dan zo dicht achter ons? Kijk, weer zo'n raadsel van de zee!

Koninklijk

Na het Duitse sluisje nog een stukje kanaal en daar was de jachthaven. Ik zal er niet al te veel over uitweiden (beter van niet), maar een uitrusting op dit niveau zou in Holland al gauw het predicaat Koninklijk krijgen. Kijk, in Nederland tref je meestal een hok met een paar tot op de draad versleten douches aan die 12 kwartjes eisen voor twee minuten lauw water. Kop ingezeept, kwartjes op! Dat werk. Ik zal niet te lang stilstaan bij de Duitse bad infrastructuur, maar als ik de term éénpersoonsbadkamer hier lanceer, zeg ik echt niks te veel. Nog zo'n dingetje. Net na de poort staat een fiets gereed met mandje. Om broodjes te gaan halen bij de bakker! Echt waar! Krap 400 meter, een afstand waar de doorsnee Duitser toch algauw de BMW voor pakt. Ik bedoel maar! Zo was alles! Ganz Gut Organisiert.

Léon en ik komen bij een Griek terecht. Wij wilden wat bestellen, maar toen zei die man uit zichzelf al: “Holländer? Zwei Bier?" Echt waar, ze hebben in dat land de Marshall-hulp echt heel goed besteed.

's Avonds palaver. Wij hadden al het idee, maar toen bleek echt dat Ton er al flink doorheen zat. We konden dinsdag weliswaar naar Juist, maar dan konden we niet meer terug. Slecht weer, harde wind, hoge golven, wind en stroming tegengesteld, niet echt weer om vrolijk richting Termunterzijl te kruisen. Oei, dit was menens en degene onder ons die mompelde “Daar is een Sailhorse toch voor ge....”, had al een oorvijg te pakken nog voordat hij was uitgesproken. Terecht! Caroline gooide de mantra op tafel en daarmee was besloten. Niet naar Juist, maar een lekker dagje pierewaaien in Greetsiel, happie eten, toerist uithangen en benzine tanken en dan terug naar TMZ. Ieder deed zijn ding. Wilhelm was al aan het zeilen toen wij nog achter het ontbijt zaten, maar het kanaal trok ons niet na de zilte natuur. Wat een stom kanaal!

31_1_Boeie.jpg

We zochten die ochtend een terrasje, kletsten wat met Ton en zijn zwager (“Doen we een biertje jongens? Zit toch niet de hele tijd op je horloge te kijken, man!”) en we maakten daarna nog een leuk wandelingetje door het vissersdorpje dat in opdracht van de EU wordt opgeheven. Ergens een veld met kruisen. Ieder kruis staat voor een gesloopt en afgevoerd vissersschip.

Die avond aten we met een grote groep in één van de vele restaurantjes. Achteraf kun je zeggen dat het de opmaat was voor een avond zonder weerga. Op de wal net achter de poort van de jachthaven stond een grote tafel met banken en stoelen die geknipt was voor het grote drankgelag. Iedereen verzamelde zich rond Caroline die door haar man was voorzien van een anker wijn, bubbels en wat kruidendrankjes, de zogenaamde medicinale versterkende en gezondheid opwekkende drankjes. Al snel was het een dolle boel. Kaas en worst (hoezo cracker nodig?) verdwenen in een rap tempo, want de boten moesten natuurlijk wel lichter worden vanwege de barre trektocht naar het vasteland aan de andere kant. Gezelligheid kent geen tijd, maar het getij wel!

 Parlevinker

De volgende ochtend stoomden we richting de sluis aan het eind van het Wilhelm-kanaal. Voorop Ton met zijn zwager, dan Rolf Deen met Caroline, vervolgens Wilhelm met zijn maat, de Blue Pearl met de twee ouwe knarren en daar omheen slingerend de Rib en de cat. Wouter voorzagen wij nog even als een volleerde parlevinker van een kop koffie en enkele bemoedigende woorden. Hij moest namelijk zijn schip met behulp van een buitenboordmotor nog door de sluis manoeuvreren en dat is geen kattendrek. Zoals hij zelf zei: ik zie helemaal niks. Geen idee hoe dicht ik bij de sluismuur ben! Brrrmmm, doet het motortje geduldig. Wij hielden de adem in, maar het ging supergoed met een geijkt ‘boem is ho!’

En daar lag das raue Wattenmeer weer te blinken. Enige tijd voeren wij gezellig achter elkaar aan, totdat de admiraal het grote moment aankondigde. Namelijk dat de spinnakers na het ronden van de boei omhoog zouden gaan. Wij, van de Blue Pearl, dobberden op dat moment nog wat achteraan en dachten ‘aan welke kant wil je de bolling hebben, Ton?’ Met de kaart in de handen, een blik op het kompas, een simpele peiling op de torens van de Eemshaven in de verte, brachten ons ouwe besjes tot de conclusie dat we nog tijd genoeg hadden om dit vermetele plan uit te voeren.

31_2_koffie.jpg

Eerst maar eens een boterhammetje en een lekker kopje koffie. Brander midden in de kuip, water uit de thermosfles en heerlijke geuren kringelden over het water.

 

In de verte zagen wij onze collega's tobben met spinnakers die als natte bruidsjurken rond de mast dweilden. The Last Waltz was begonnen! Och, och, wat een gedoe! Nadat wij de vaatwasser hadden ingeruimd en flink waren afgedwaald, gooiden wij het roer om, brachten de Blue Pearl niets ontziend voor de wind en trokken wij in één haal de hoes van onze spi naar boven. Klabam, die stond als een huis en het geruk aan de mast liet de ouwe schuit en haar twee nog veel oudere bemanningsleden niet onberoerd. Omdat we een grote zijwaartse afstand tot de tobbers hadden, viel het eerst niet zo op, maar op een bepaald moment keek ik achterom en zei ik tegen Léon: “Verrek, zie je dat? En alsof hij weer over de Perzische Golf voer, keek hij over zijn duim, mat hij met één oog toegeknepen de basis van de driehoek die hij met pink en wijsvinger kon maken en sprak: “4 mijl! Zover liggen ze achter!” Nu kennen wij elkaar al zo'n vijftig jaar, dus veel woorden hadden we niet nodig. We verschansten ons ter hoogte van de kiel, en bespeelden barberhaulers en allerlei andere lijnen alsof het een gereformeerd orgel was. En zie, daar ging de Blue Pearl eindelijk doen waar wij twee jaar voor geknokt hadden, zeilen als een speer! Alles deed mee. De mast boog, de giek kraakte, de grootschoot trilde van opwinding. De enige die niet onder de indruk was, was de Blue Pearl zelf. Er was maar één doel en daar konden wij weinig aan veranderen, namelijk als eerste in de jachthaven van Termunterzijl zijn. En zo geschiedde.

Bellen

Ton probeerde op het laatst nogal kinderachtig het lot voor hem ten goede te keren door ons te bellen met de mededeling dat wij veel te ver waren doorgevaren. Ik geef toe: enige verwarring was er toen wel. Maar al snel beschouwden wij dit als een volkomen foute grap. Wij lagen haarscherp op koers en eenmaal door de hoogwaterkering van Termunterzijl wisten wij ons een Usain Bolt, een Mohammed Ali, eigenlijk de Max Verstappen van de Sailhorse! Het dominante schuimpje, zo praat de pers over ons. Met een biertje in de hand wachtten wij op het terras van het Havenrestaurant op onze kompanen. Hoe mooi is dat! Het Dagblad van het Noorden vroeg ons nog of het niet netjes zou zijn geweest om Ton in dit speciale geval te laten winnen, maar dat hebben wij weggewuifd. “Hij heeft in zijn leven onderhand genoeg wedstrijden gewonnen. Kom op, zeg!”

De deelnemers, de schepen:

·      De Magic Horse met Tom Bouchier zelf en Bernard de Vries;

·      De Kingfischer met Rolf Deen en Caroline Faber-Van Hattem;

·      De BZN*) met Wilhelm Kolkman en  Frank Overdiek;

·      De Blue Pearl met Léon van Oudvorst en Hein Tunnissen

·      De Rigid Inflatable Boat (RIB) van Simon Feitsma die op het laatste moment verhinderd was en daarom werd gevaren door de broers Iddie en Ewold Munstra;

·      De catamaran van Wouter Hoek met Jan Arends

*) Boot zonder naam
2023-08-16_15.45.09.jpg

Bron: HT
Delen

Lees meer over:
#Sailhorse

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!